Wat is RTTI?



Wat is RTTI?

Om een beter inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de leerling en tevens het leerpotentieel van de leerling optimaal te benutten gebruiken we vanaf dit schooljaar het RTTI systeem.

Het schooljaar 2012-2013 geldt als opstartjaar, waarin we het RTTI systeem volledig willen implementeren in onze school.
Wat is RTTI?
Deze vier letters staan voor de 4 cognitieve niveaus die in het leerproces worden onderscheiden. 
  • R: reproductie
  • T1: toepassingsgericht niveau 1 (training)
  • T2: toepassingsgericht niveau 2 (transfer)
  • I: inzicht
 
De opgaven en vragen van de LET’s, SE’s (en ook steeds vaker de ET’s) worden volgens deze methode opgesteld. Dit geeft ons inzicht op welke cognitieve niveaus de leerling goed en minder goed scoort.
Op basis van die RTTI-scores kan in de studiebegeleiding, studie-uren en uiteindelijk ook tijdens de lessen gefocust worden op wat de leerling nodig heeft om zijn cijfers te verbeteren.
 
De verschillende toetsen worden dus gebruikt als uitgangspunt voor de verdere begeleiding.
Naast de RTTI-scores met de leerling (en u) te bespreken, zullen we dit schooljaar ook starten met het aanbieden van diverse leerstrategieën waarmee de verschillende cognitieve niveaus gestimuleerd kunnen worden.
RTTI is een concrete en praktische methode om het leerpotentieel van de leerling maximaal te benutten. Bijkomend voordeel is dat het docententeam één taal gaat spreken over het leerproces en de cognitieve niveaus specifiek kunnen worden benoemd, waardoor ook wij concretere acties kunnen ondernemen om zo het optimale uit de leerling te halen!
De 4 cognitieve niveaus
 
Reproductie:
Vragen die je kunt beantwoorden op basis van letterlijk te reproduceren leerstof. De docent geeft je bijvoorbeeld aan dat je de begrippenlijst moet leren, omdat er zeker begrippen worden gevraagd in een toets. Het antwoord kun je dus letterlijk uit je hoofd leren en op die manier de begrippenvragen goed beantwoorden.
 
Toepassing 1:
Vragen die gericht zijn op het toepassen van de leerstof, maar dan wel in situaties die lijken op in de les behandelde situaties.
De vragen zijn wel degelijk anders, maar de manier waarop je de vraag moet “oplossen” is hetzelfde of gaat via dezelfde stappen als hoe je dit in de lessen hebt behandeld.
Toepassing 2:
Vragen waarbij je de leerstof moet toepassen in nieuwe situaties, waarbij het ook niet altijd direct duidelijk is welke stappen je moet nemen om tot een oplossing te komen. Soms moet je combinaties van stappen (zoals geleerd in de lessen) maken om T2 vragen op te lossen.
N.a.v. de context bepaal jij de meest ideale methode om een antwoord op deze vragen te geven.
Inzicht:
Bij dit soort vragen wordt er inzicht van je verlangd. Alle leerstof kun je moeten inzetten bij het oplossen van een I-vraagstuk. Hierbij moet je zelf op zoek naar een methode, maar ook de context is vaak niet helemaal gegeven. Je moet hierbij zelfstandig en vanuit meerdere perspectieven het vraagstuk systematisch behandelen om tot de oplossing te komen.